maandag 15 oktober 2012

Ik blijf op weg.


Het gaat. Ik leef. Ik doe.
De eerste verrassing en verbazing is voorbij. Nu probeer ik de nieuwe dingen in te passen en een nieuw ritme te vinden, wat lastig is,  want wat ik kan is elke week weer anders.
Ging ik eerst gewoon zomaar een blokje fietsen, nu probeer ik dingen te doen op de fiets. Even naar de stad. Even naar een supermarkt op een rustig moment, als de rijen niet te lang zijn of op bezoek.
Er is meer binnen mijn bereik en tegelijkertijd ben ik me zo bewust van de lange weg die ik nog te gaan heb.

Toen ik nog thuis op de bank zat, was de gewone wereld ver bij me vandaan en werd ik er niet zo mee geconfronteerd. Nu kom ik die gewone wereld overal tegen. Op de markt, bij de bakker, om de hoek. Ik zie voortdurend mensen die meer kunnen dan ik. Die niet alleen even naar de stad fietsen, maar die daar ook gewoon een paar uur rondkijken en shoppen. En die daarna niet op de bank gaan  zitten, maar nog op bezoek gaan of nog uitgebreid gaan koken of... whatever.
Ik doe zoveel meer dan ik deed, maar het is nog steeds een fractie van wat anderen kunnen doen.

"Je moet jezelf alleen maar vergelijken met jezélf", zeggen de mensen in mijn omgeving. "Het is toch een wonder... eerst kon je bijna niets en kijk eens wat je nu doet!"
Ze hebben natuurlijk gelijk. Ik ben misschien wel tweehonderd procent vooruit gegaan in tweeënhalve maand tijd. Dat is iets om steeds weer bij stil te staan.
Toch is het lastig om er net zo blij mee te zijn als in het begin. Natuurlijk ben ik dankbaar, maar ik wil nog zoveel meer!

Soms moet ik het weer even opsommen voor mezelf.
Vrijdag was ik in Ikea (nog wel met de rolstoel, maar het was wel zes jaar geleden...), zaterdag had ik de hele dag mensen over de vloer en zondag ging ik naar de kerk, bleef daar koffie drinken en (na drie uur als een blok geslapen te hebben) heb ik nog gefietst. Ver gefietst. Meer dan een half uur.
En niet in de buurt zodat ik tussendoor kon besluiten om eerder naar huis te gaan. Geen escape. Een groot blok door de natuur. Bijna tot aan Maassluis.

Ik doe het goed.
Ik doe iets goed.

Toch twijfel ik ook voortdurend. Of ik de therapie wel goed genoeg doe, of ik niet teveel steken laat vallen. Of de dingen bij mij wel zo goed werken als bij een ander. Of ik wel voldoende patronen herken en áls ik ze herken of ik ze wel écht breek tijdens de training. En dan is dat weer een nieuw patroon om te breken en zo blijf ik aan de gang.
Maar ik moet iets goed doen, want ik ga vooruit.

Dus zo ga ik verder.
Soms heel vastberaden, soms aarzelend.
Soms ontspannen en soms opgefokt.
Vaak met goede moed en soms met tranen in mijn ogen.

Ik ben op weg.
Ik blijf op weg.
Tot ik er ben.

3 opmerkingen:

  1. Zo wat gaan wij gelijk op zeg! Ik maak precies hetzelfde mee.
    En je hebt gelijk de we overal de confrontatie zien van wat anderen wel kunnen en wij nog niet.
    Ik zei gisteren tegen iemand: soms zakt de moed gewoon in mijn schoenen, gewoon te weten wat voor berg werk er nog op me ligt te wachten, al die patronen die nog gekraakt moeten worden.
    Wat mij laatst enorm hielp was de laatste sessie bekijken, die je kunt kijken als je motivatie nodig hebt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. o voor je het niet door hebt: spaarcentje is de naam van mijn consuminderblog, maar ik ben ook wel en wee.....

    BeantwoordenVerwijderen