vrijdag 19 april 2013

Doorgaan met tobben of.... beter worden?


Hoe het wel moet, is lastig uit te leggen, maar inmiddels ben ik wel heel veel wijzer over hoe het niet moet.
Doorgaan als je eigenlijk wel weet dat het niet meer gaat. Dat is dus 'not done', voor cvs’ers. Voor stoere jongens, ferme knapen en een stoere meid die op haar toekomst is voorbereid, geldt dat misschien wel, maar niet voor ons. 

We mogen voorzichtig tegen onze grenzen duwen, zachtjes en liefdevol. Niet met geweld en we mogen zeker niet zomaar een muurtje omver trappen omdat we graag ergens bij willen dat nu nog buiten ons bereik ligt.
Niet doen. Fout. Dat is schade aanrichten.

Mediteren is niet streven naar het ultieme niets: niet streven naar alleen maar niets denken,niets voelen, niets willen, maar het totale accepteren van wie je bent en wat je voelt op dit moment. En als dat dan is: niets denken, niets voelen , niets willen, dan is het goed. Alleen dan.
Onvrede met de huidige staat waarin je bent, voegt nooit iets toe aan meditatie en brengt geen rust.

Je hoofd vullen met prikkels als de indrukken van de vorige dag nog niet verwerkt zijn, ook zoiets dat ik altijd deed (want wat was de keus, het leven gaat door...) en dat nu niet meer mag.
Stoppen. Zitten. Mediteren. Ademen. Niet stapelen op een hoge berg, want dan valt ie om. Eigenlijk heel simpel en voorspelbaar en het is dan ook vaak gebeurd en toch.... ging ik ermee door.
Want hoe moest het in vredesnaam anders?

Eigenlijk weet ik dat nog steeds niet goed. De theorie beheers ik steeds beter, de praktijk blijft lastig en maar moeilijk te combineren met dat rare proces waar we allemaal mee te maken hebben en dat ‘leven’ heet.
Ik sta er wel steeds vaker bij stil. Bij wat niet werkt. En dat het geen zin heeft om door te gaan met iets dat je geen goed heeft gebracht in de jaren die achter je liggen.

Confronterend zijn de uitspraken van de coach. En de vraag die zij me (nogal cru) stelde vorige week:

Wil je doorgaan met tobben of wil je beter worden?

donderdag 18 april 2013

Een nieuwe periode in het Gupta-verhaal


Nadat het half jaar om was, dat Ashok Gupta had genoemd als periode waarin ik beter zou kunnen worden, en ik dit breed gevierd had met een bezoekje met de trein aan mijn zus aan de andere kant van het land, kwam ik toch even in een soort niemandsland terecht. Het half jaar was voorbij. En nu?
Het is waar, ik was een heel stuk vooruit gegaan, maar wat ook waar was: Ik voelde dat ik er nog lang niet was.

Fysiek ging het gestaag de goede kant op, maar mijn eerste buitenlandse vakantie in twaalf jaar wees wel uit dat ik nog bij lange na niet in staat ben om ‘gezonde’ mensen bij te houden. En die prikkels... die verwerk ik ook nog steeds bar slecht. Waar ik me (ook) zo op verheugd had, bleef uit. Ik lag nog steeds niet lui op de bank met een dikke roman en ik luisterde ook nog steeds niet naar muziek, zoals ik dat vroeger kon. En mijn lijf bleef zoemen en gonzen, zonder de rust terug te vinden die vroeger de gewoonste zaak van de wereld was.

Ik besloot maar gewoon dapper door te gaan met de oefeningen en het herhalen van alle webinars en dvd’s met informatie, goede adviezen en bemoedigingen. Toch dacht ik steeds vaker na over hulp inroepen van een personal coach. Groot bezwaar was de prijs die in verhouding tot mijn inkomen echt wel erg hoog was, maar .... Ik besloot het toch te doen. Ik was nu eenmaal zo ver gekomen en ik had de intentie om helemaal beter te worden, niet half. En in mijn eentje leek ik niet verder te komen.

Dus nu heb ik gesprekken, via Skype. En dat is verhelderend en ontnuchterend.
Mevrouw de therapeute wees me op de rem en dat ik die weer vaker moest gaan hanteren. Om de amygdala verder te kalmeren, moet ik nu mijn dag opdelen in stukjes. Ik begin met meditatie en ademhalingsoefeningen en de rest van de dag mag ik anderhalf uur prikkels verwerken, gevolgd door een periode van 3 kwartier waarin ik dat niet mag. Dus dan is het pas op de plaats: mediteren, ontspannen, meditatief wandelen of tuinieren (heel langzaam en heel bewust), kleuren met aandacht, superbewust om me heen kijken, heel doordacht een kop thee drinken zonder verder ergens aan te denken of luisteren naar natuurgeluiden op YouTube.
Ik ben er druk mee, met dat niets doen.

En ook met het breken van patronen die nu vanuit het niets weer opduiken, terwijl ze er nog maar weinig waren, de laatste tijd.
Ik breek bakken vol gedachtes dat ik dit niet kan, dat het te moeilijk is, te lastig, dat het mijn leven teveel verstoort. Ik breek de weerstand, de tegenzin, de boosheid, omdat ik nog niet daar ben waar ik wilde zijn.

Zo’n drie maanden moet ik dit volhouden en dan is de verwachting dat de amygdala, dat kleine hardnekkig eigenwijze orgaantje, genoeg gekalmeerd is om te gaan luisteren. Naar mij.
Heropgevoed zal die zijn. Min of meer. Voor zover mogelijk.

En dan. Dan wel langzaam terug naar het leven waarin boeken, leren, muziek luisteren en onder de mensen bivakkeren weer de gewoonste zaak van de wereld zal zijn. Dat hoop ik. En daar doe ik het voor. Alhoewel ‘gewoon’ een totaal andere betekenis heeft gekregen door deze jaren van passiviteit en vol onmogelijkheden. Gewoon is geweldig! Gewoon is het summum! Gewoon is de droom!

Rustiger aan dus en toch met volle kracht vooruit. Een nieuwe periode.
Ik ga er weer voor!