De zomer is heerlijk. De datum van 3 augustus is gepasseerd. Toen was het
een jaar geleden dat ik begon met de therapie Gupta.
Soms kan ik me al bijna niet meer herinneren hoe het was. Hoe opgesloten ik
me voelde, al die jaren. Vooral in het begin. Maar ook, hoe ik eraan begon te
wennen. De kleine, mooie dingen leerde zien. De mogelijkheden van het internet
en al die lieve mensen die daarop te vinden waren.
Maar van binnen was ik bang. Ik ging achteruit, niet vooruit. En regelmatig
bekroop me de vraag waar dit heen ging. Waar het eindigen zou. Hoe het zou
moeten als alles nog moeilijker werd? Mijn wereld nog kleiner?
Dan dacht ik eraan dat er iets zou kunnen gebeuren met de kinderen en ik
daar niet bij zou kunnen zijn. Aan de mogelijkheid dat mijn globetrotterige
dochter ergens in een land ver weg in de problemen zou komen en dat ik niet naar
haar toe zou kunnen gaan om haar bij te staan.
Ik dacht na over hoe het zou moeten als ik zelf in een ziekenhuis terecht
zou komen. Hoe ik dat in vredesnaam zou moeten bolwerken.
Kortom: er waren nogal wat piekeronderwerpen.
Nu is alles anders. Er is een last van me afgevallen. Als er een probleem
is, dan is dat nog steeds vervelend, maar ik heb zoveel meer dan toen de
mogelijkheid om actief aan een oplossing te werken.
Vanmorgen had ik het erover met een kennisje van vroeger. Hoe radeloos ik
ben geweest en hoe dichtbij het punt waarop ik er eigenlijk niet meer wilde
zijn. Toen mijn relatie stopte en ik werd geconfronteerd met alles waar ik hulp
bij nodig had, zonder dat die hulp er nog was. Hoe moeilijk het was geweest om
praktische hulp, zoals een scootmobiel, huishoudelijke hulp en vervoer geregeld
te krijgen omdat me/cvs nu eenmaal een ziekte is van het grijze gebied, die niet
bewezen kan worden. Hoe ik moest vechten en hoe dichtbij ik ben geweest bij het
punt dat ik het daadwerkelijk op had willen geven.
Had ik toen maar geweten wat ik nu weet. Dat het uiteindelijk zou lukken.
Dat ten eerste. Maar vooral: dat ik beter zou worden. Dat er hoop was.
Ik had toen nog geen idee.
Maar daarom zeg ik het wel tegen jou vandaag.
Houd moed. Nu zit je misschien aan de grond. Heb je geen hoop en is er geen
uitzicht. Vandaag zak je misschien nog weg in wanhoop en depressiviteit. Maar
morgen kan het begin zijn van een heel nieuw leven. Om de hoek wacht het wonder.
Niets blijft ooit hetzelfde. Als we met God gaan, is er altijd hoop.
Kijk mij. De wereld is weer opengegaan. De wegen zijn weer toegankelijk. En
wie weet waar ik uitkom.
Wie weet waar jij nog uitkomt. Misschien op een plek waar we elkaar ontmoeten en ooit tegen elkaar zeggen: “Weet je nog? Hoe moeilijk het was? En kijk nu eens! Wat een wereld van verschil!”
Wie weet waar jij nog uitkomt. Misschien op een plek waar we elkaar ontmoeten en ooit tegen elkaar zeggen: “Weet je nog? Hoe moeilijk het was? En kijk nu eens! Wat een wereld van verschil!”