zondag 11 augustus 2013

Een wereld van verschil!

De zomer is heerlijk. De datum van 3 augustus is gepasseerd. Toen was het een jaar geleden dat ik begon met de therapie Gupta.
 
Soms kan ik me al bijna niet meer herinneren hoe het was. Hoe opgesloten ik me voelde, al die jaren. Vooral in het begin. Maar ook, hoe ik eraan begon te wennen. De kleine, mooie dingen leerde zien. De mogelijkheden van het internet en al die lieve mensen die daarop te vinden waren.
Maar van binnen was ik bang. Ik ging achteruit, niet vooruit. En regelmatig bekroop me de vraag waar dit heen ging. Waar het eindigen zou. Hoe het zou moeten als alles nog moeilijker werd? Mijn wereld nog kleiner?
Dan dacht ik eraan dat er iets zou kunnen gebeuren met de kinderen en ik daar niet bij zou kunnen zijn. Aan de mogelijkheid dat mijn globetrotterige dochter ergens in een land ver weg in de problemen zou komen en dat ik niet naar haar toe zou kunnen gaan om haar bij te staan.
Ik dacht na over hoe het zou moeten als ik zelf in een ziekenhuis terecht zou komen. Hoe ik dat in vredesnaam zou moeten bolwerken.
Kortom: er waren nogal wat piekeronderwerpen.
 
Nu is alles anders. Er is een last van me afgevallen. Als er een probleem is, dan is dat nog steeds vervelend, maar ik heb zoveel meer dan toen de mogelijkheid om actief aan een oplossing te werken.
 
Vanmorgen had ik het erover met een kennisje van vroeger. Hoe radeloos ik ben geweest en hoe dichtbij het punt waarop ik er eigenlijk niet meer wilde zijn. Toen mijn relatie stopte en ik werd geconfronteerd met alles waar ik hulp bij  nodig had, zonder dat die hulp er nog was. Hoe moeilijk het was geweest om praktische hulp, zoals een scootmobiel, huishoudelijke hulp en vervoer geregeld te krijgen omdat me/cvs nu eenmaal een ziekte is van het grijze gebied, die niet bewezen kan worden. Hoe ik moest vechten en hoe dichtbij ik ben geweest bij  het punt dat ik het daadwerkelijk op had willen geven.
Had ik toen maar geweten wat ik nu weet. Dat het uiteindelijk zou lukken. Dat ten eerste. Maar vooral: dat ik beter zou worden. Dat er hoop was.
Ik had toen nog geen idee.
 
Maar daarom zeg ik het wel tegen jou vandaag.
Houd moed. Nu zit je misschien aan de grond. Heb je geen hoop en is er geen uitzicht. Vandaag zak je misschien nog weg in wanhoop en depressiviteit. Maar morgen kan het begin zijn van een heel nieuw leven. Om de hoek wacht het wonder. Niets blijft ooit hetzelfde. Als we met God gaan, is er altijd hoop.
 

Kijk mij. De wereld is weer opengegaan. De wegen zijn weer toegankelijk. En wie weet waar ik uitkom.
Wie weet waar jij nog uitkomt. Misschien op een plek waar we elkaar ontmoeten en ooit tegen elkaar zeggen: “Weet je nog? Hoe moeilijk het was? En kijk nu eens! Wat een wereld van verschil!”

maandag 13 mei 2013

De lente na een lange, koude winter


Gister wandelde ik in het groen. Ik plukte bloemen. Judaspenning en pinksterbloemen en nog iets dat ik niet thuis kon brengen. Het staat nu te pronken op de tafel in een gele vaas.
In een ander, kleiner vaasje, staan viooltjes uit eigen tuin en blaadjes van de vrouwenmantel, die nog niet bloeien wil. Alles is laat dit jaar door de koude lente.

Alles kwam langzaam op gang.
Ook ik heb een lange koude winter gehad. Een winter die zeven jaar duurde en me beklemde en de adem benam. Later vond ik een weg. Goddank is er altijd weer een weg. Je kunt leven in het groot, maar ook kwaliteit toevoegen aan leven op een enkele vierkante meter.

Nu hoeft dat niet meer. 
Ik liep in het groen en ik besefte hoe onmogelijk en onbereikbaar alles had geleken, een jaar terug. Ik had nog geen idee. Dat mijn leven zich weer zou ontvouwen was vrijwel onvoorstelbaar. Dat er weer deuren open zouden gaan en dat die kleine wereld weer groter zou worden.... niet te bevatten.
Maar het is gebeurd. Ik ben er en ik neem steeds meer ruimte in. 

Niet onbeperkt, echter. Het lijkt alsof er een grens is aan wat ik kan bereiken.
Eigenlijk wilde ik dat niet accepteren. Ik wilde álles. Niet alleen fysiek meer mogelijkheden, maar ook dat mijn hoofd alles weer zou kunnen bevatten, ik alles weer zou kunnen verwerken en een plekje zou kunnen geven zoals ieder ander en zonder overbelast te raken. Ik wilde kunnen reizen zonder daarna dagen hoofdpijn te hebben als reactie op de hoeveelheid prikkels die binnenkomen onderweg. Boeken kunnen lezen. Drukte om me heen kunnen hebben, zoals ieder ander.
Die prikkels beter gaan hanteren is niet gelukt. Nog niet gelukt. En langzaam begin ik te accepteren dat het misschien ook niet lukken gaat. Misschien is dit het wel.
En dat is zo slecht nog niet.

Vergeleken bij hoe het was, is dit het paradijs.

Ik had een lijstje gemaakt van alles wat ik zo graag weer wilde kunnen. De fysieke dingen dan. En alles... ,vrijwel alles is afgevinkt. Wandelen? Check! Op vakantie naar het buitenland? Check! Boodschappen doen, op bezoek gaan, en bezoek ontvangen? Check!
Wel veertig dingen schreef ik op, van klein naar groot en ik kan ze nu vrijwel allemaal.

Natuurlijk verlang ik nog naar meer, maar niet meer zo intens, niet meer zo fanatiek.
Mijn vriendin is opgegeven. Haar nieren doen het bijna niet meer. Elke keer dat ik haar bezoek, kan het de laatste keer zijn.
Een kennis van 46 kreeg een hartinfarct en heeft daarnaast reuma en suikerziekte. Een andere vriendin heeft progressieve MS. Allemaal mensen van mijn leeftijd of jonger.

Ik bedoel maar.
Ik tel mijn zegeningen.

vrijdag 19 april 2013

Doorgaan met tobben of.... beter worden?


Hoe het wel moet, is lastig uit te leggen, maar inmiddels ben ik wel heel veel wijzer over hoe het niet moet.
Doorgaan als je eigenlijk wel weet dat het niet meer gaat. Dat is dus 'not done', voor cvs’ers. Voor stoere jongens, ferme knapen en een stoere meid die op haar toekomst is voorbereid, geldt dat misschien wel, maar niet voor ons. 

We mogen voorzichtig tegen onze grenzen duwen, zachtjes en liefdevol. Niet met geweld en we mogen zeker niet zomaar een muurtje omver trappen omdat we graag ergens bij willen dat nu nog buiten ons bereik ligt.
Niet doen. Fout. Dat is schade aanrichten.

Mediteren is niet streven naar het ultieme niets: niet streven naar alleen maar niets denken,niets voelen, niets willen, maar het totale accepteren van wie je bent en wat je voelt op dit moment. En als dat dan is: niets denken, niets voelen , niets willen, dan is het goed. Alleen dan.
Onvrede met de huidige staat waarin je bent, voegt nooit iets toe aan meditatie en brengt geen rust.

Je hoofd vullen met prikkels als de indrukken van de vorige dag nog niet verwerkt zijn, ook zoiets dat ik altijd deed (want wat was de keus, het leven gaat door...) en dat nu niet meer mag.
Stoppen. Zitten. Mediteren. Ademen. Niet stapelen op een hoge berg, want dan valt ie om. Eigenlijk heel simpel en voorspelbaar en het is dan ook vaak gebeurd en toch.... ging ik ermee door.
Want hoe moest het in vredesnaam anders?

Eigenlijk weet ik dat nog steeds niet goed. De theorie beheers ik steeds beter, de praktijk blijft lastig en maar moeilijk te combineren met dat rare proces waar we allemaal mee te maken hebben en dat ‘leven’ heet.
Ik sta er wel steeds vaker bij stil. Bij wat niet werkt. En dat het geen zin heeft om door te gaan met iets dat je geen goed heeft gebracht in de jaren die achter je liggen.

Confronterend zijn de uitspraken van de coach. En de vraag die zij me (nogal cru) stelde vorige week:

Wil je doorgaan met tobben of wil je beter worden?

donderdag 18 april 2013

Een nieuwe periode in het Gupta-verhaal


Nadat het half jaar om was, dat Ashok Gupta had genoemd als periode waarin ik beter zou kunnen worden, en ik dit breed gevierd had met een bezoekje met de trein aan mijn zus aan de andere kant van het land, kwam ik toch even in een soort niemandsland terecht. Het half jaar was voorbij. En nu?
Het is waar, ik was een heel stuk vooruit gegaan, maar wat ook waar was: Ik voelde dat ik er nog lang niet was.

Fysiek ging het gestaag de goede kant op, maar mijn eerste buitenlandse vakantie in twaalf jaar wees wel uit dat ik nog bij lange na niet in staat ben om ‘gezonde’ mensen bij te houden. En die prikkels... die verwerk ik ook nog steeds bar slecht. Waar ik me (ook) zo op verheugd had, bleef uit. Ik lag nog steeds niet lui op de bank met een dikke roman en ik luisterde ook nog steeds niet naar muziek, zoals ik dat vroeger kon. En mijn lijf bleef zoemen en gonzen, zonder de rust terug te vinden die vroeger de gewoonste zaak van de wereld was.

Ik besloot maar gewoon dapper door te gaan met de oefeningen en het herhalen van alle webinars en dvd’s met informatie, goede adviezen en bemoedigingen. Toch dacht ik steeds vaker na over hulp inroepen van een personal coach. Groot bezwaar was de prijs die in verhouding tot mijn inkomen echt wel erg hoog was, maar .... Ik besloot het toch te doen. Ik was nu eenmaal zo ver gekomen en ik had de intentie om helemaal beter te worden, niet half. En in mijn eentje leek ik niet verder te komen.

Dus nu heb ik gesprekken, via Skype. En dat is verhelderend en ontnuchterend.
Mevrouw de therapeute wees me op de rem en dat ik die weer vaker moest gaan hanteren. Om de amygdala verder te kalmeren, moet ik nu mijn dag opdelen in stukjes. Ik begin met meditatie en ademhalingsoefeningen en de rest van de dag mag ik anderhalf uur prikkels verwerken, gevolgd door een periode van 3 kwartier waarin ik dat niet mag. Dus dan is het pas op de plaats: mediteren, ontspannen, meditatief wandelen of tuinieren (heel langzaam en heel bewust), kleuren met aandacht, superbewust om me heen kijken, heel doordacht een kop thee drinken zonder verder ergens aan te denken of luisteren naar natuurgeluiden op YouTube.
Ik ben er druk mee, met dat niets doen.

En ook met het breken van patronen die nu vanuit het niets weer opduiken, terwijl ze er nog maar weinig waren, de laatste tijd.
Ik breek bakken vol gedachtes dat ik dit niet kan, dat het te moeilijk is, te lastig, dat het mijn leven teveel verstoort. Ik breek de weerstand, de tegenzin, de boosheid, omdat ik nog niet daar ben waar ik wilde zijn.

Zo’n drie maanden moet ik dit volhouden en dan is de verwachting dat de amygdala, dat kleine hardnekkig eigenwijze orgaantje, genoeg gekalmeerd is om te gaan luisteren. Naar mij.
Heropgevoed zal die zijn. Min of meer. Voor zover mogelijk.

En dan. Dan wel langzaam terug naar het leven waarin boeken, leren, muziek luisteren en onder de mensen bivakkeren weer de gewoonste zaak van de wereld zal zijn. Dat hoop ik. En daar doe ik het voor. Alhoewel ‘gewoon’ een totaal andere betekenis heeft gekregen door deze jaren van passiviteit en vol onmogelijkheden. Gewoon is geweldig! Gewoon is het summum! Gewoon is de droom!

Rustiger aan dus en toch met volle kracht vooruit. Een nieuwe periode.
Ik ga er weer voor!

vrijdag 8 februari 2013

Het eind van de tunnel

De datum is gepasseerd. Vier februari was ik een half jaar bezig met de therapie van Gupta.
En ik leef!

De zaterdag ervoor pakte ik - met goede moed en niet misplaatst zelfvertrouwen - de trein richting Schagen. Bijna drie uur reizen van huis tot huis en ik had er moed voor.
Onderweg genoot ik van het zonnetje, de rustige cadans van de trein, het voorbij schietende landschap en vooral, van het feit... dat ik daar zat, tussen de andere 'gewone' mensen, die hun 'gewone' ritjes maakten en in het besef dat 'gewoon' allang niet meer 'gewoon' is en ik dat ook nooit meer zo beleven zal.
En tegelijkertijd dacht ik: Is dit het nou? Vond ik dit nou zo moeilijk? Was dit nu zo onoverkomenlijk?
Want je zit, in de trein.... je zit negentig procent van de tijd. Maar juist het overstappen, het wachten, het weten dat de trein wel eens later kan komen.... dat ging niet. De trappen op naar het perron, je vergissen en opnieuw een andere trap moeten nemen (en dat gebeurde natuurlijk ook), en het zitten op oncomfortabele harde banken terwijl je wacht.... het was teveel, te moeilijk, te groot.
En nu niet meer.

In Schagen word ik opgehaald door mijn zus. Lopend. En we wandelen vervolgens in tien minuten naar haar huis, houden elkaar daar drie uur gezelschap en daarna ga ik terug. Weer bijna drie uur onderweg.. Ik moet eerlijk bekennen dat ik toen wel wat gedommeld heb, op de terugweg, maar ja, wie doet dat nou niet in de trein.... tijdens een lange reis?
s Avonds ging ik vroeg naar bed,maar de volgende dag zat ik weer opgewekt en uitgerust in de kerk. Het leven gaat gewoon door na een fikse inspanning. Nu... nu wel. Toen niet. Toen was ik een week of langer uit de running geweest en toen is nog maar een half jaar geleden.
Wat is er veel gebeurd!

Boven heb ik de laatste hand gelegd aan het opknappen van een van de slaapkamers. Helemaal zelf. En ik ben begonnen aan de tweede. Ja, in etappes, hier een half uurtje, daar een uurtje, maar in zes weken is het wel klaar. En leuk!
Ik ben zo trots en dankbaar en blij.

En als klap op de vuurpijl, heb ik de vakantie geboekt. Eind maart vertrek ik naar Portugal voor mijn eerste weekje over de grens in twaalf jaar. Samen met mijn dochter die nu nog in Zuid-Afrika verblijft. Over twee weken komt ze terug. Toen ik haar wegbracht, deed ik dat in de rolstoel. Nu haal ik haar op. Alleen. Lopend door die lange, eindeloze gangen, waar geen eind aan leek te komen toen. Ik heb niet alleen het licht gezien aan het eind van de tunnel, maar eigenlijk beleef ik het al alsof ik de tunnel door ben.

Wat een wereld van verschil.

Voor de resterende klachten overweeg ik de hulp in te roepen van een officiële Gupta Coach. Nu ik eenmaal zo ver ben, wil ik het onderste uit de kan, de klap op de vuurpijl, het ultieme bereiken wat er te bereiken valt. Ik weet niet wat reëel is voor mij, wat 'normaal' is voor mij. Maar ik ben nu wel op die plek dat ik dat kan gaan ontdekken!


zaterdag 12 januari 2013

Bijna een half jaar!

De datum nadert. 
D-day. Bijna een half jaar geleden sommeerde Gupta me om de datum van die dag op te schrijven en vervolgens de datum van een half jaar verder. Die datum was 4 februari 2013... Ik ben er bijna.
Tegen die tijd zou ik aanzienlijk beter zijn, weer van alles kunnen doen en zou ik hebben ondervonden dat de therapie echt werkt. En hij heeft gelijk gehad.
Mijn leven is enorm veranderd. Ik doe van alles en voel me daar meestal weer best goed bij.
Op het lijstje dat ik aan het begin van de therapie maakte, dat lijstje van verlangens.... van dingen die ik zo heel graag weer een keer wilde doen, staan bijna alle regels aangevinkt. Ik heb het gedaan, 1 keer of vaker. Door een flink aantal regels staat een vette krul en dat betekent dat ik die dingen inmiddels zo vaak heb gedaan, dat dit een blijvende overwinning is. 

Wat ik jammer vind, is dat - tot nu toe - de verbetering puur fysiek is. Mentaal is nog een ander verhaal. 
Ik wil zo ontzettend graag weer kunnen lezen en muziek kunnen luisteren, en weer kunnen functioneren met mensen om me heen. Niet af en toe, maar gewoon continu, zoals andere mensen dat kunnen. Dat lukt me nog niet.
De prikkelverwerking is wel beter. Ik hoef niet meer die time-out te nemen overdag, die ik voorheen echt hard nodig had. Zonder aan het begin van de middag twee uur in een stille, prikkelvrije omgeving, kwam ik de dag niet door. Nu kan ik dat achterwege laten. Soms lig ik een uurtje op de bank, maar ik kan ook zonder.

Ook van binnen is er nog meer onrust dat ik had gehoopt. Ik weet nu wat het is, dat gezoem van binnen, dat gevoel dat er een auto stationair draait zonder ooit van zijn plek te komen: het is mijn - dus nog steeds - hyperactieve amygdala. De rust van binnen is nog niet weergekeerd ondanks die bijna 180 dagen twee keer per dag ademhalingsoefeningen en mediteren. Wat een hardnekkig orgaantje is dat! Ik wilde schrijven: kreng... is dat, maar ik corrigeer mezelf direct. Mild wil ik zijn, liefdevol, geduldig en verdraagzaam. Het blijft moeilijk. 

Los van dit alles heb ik een rare klacht gekregen, vrijwel in dezelfde periode dat ik het vermoeidheidssyndroom kreeg.... een manier van ademhalen die blijkbaar lucht naar mijn maag stuurt, waardoor ik erg veel last heb van boeren. Niet zomaar een beetje, maar echt heel vaak.
Op sociaal vlak is dat knap lastig. Ik blijf hopen dat het gerelateerd is aan het hele cvs-gebeuren en dus ook zal overgaan, als ik meer (en meer en meer en meer) tot rust kom, maar zeker weten doe ik het niet, want ook voor Ashok Gupta was dit geen bekende klacht.

Al met al is de conclusie: het gaat - vergeleken met hoe het was - geweldig met me. December was fantastisch. Ik ben naar een museum geweest en heb mijn verjaardag gevierd. Ik heb allebei de kerstdagen bezoek gehad, ik heb zelf gekookt, ik  heb oliebollen gebakken met oud en nieuw en ook die avond zat ik niet meer in mijn eentje thuis, zoals de afgelopen jaren. Ik ben uitgebreid in de opruiming wezen shoppen en mijn eerste korte ritjes met de trein zijn weer gemaakt. Ik doe al mijn boodschappen zelf en loop weer op de koopjes, zoals vanouds. De rommelmarkten in de regio hebben er weer een trouwe bezoeker bij.

Binnenkort ga ik naar mijn zus. Tweeënhalf uur treinen en twee keer overstappen. Ik weet zeker dat ik dat nu kan.

Benieuwd hoe het verder gaat?
Ik ook!

woensdag 5 december 2012

Update, hoe het gaat





Vandaag even een update.

Ik ben vier maanden bezig met de therapie van Ashok Gupta. 
Ik ben nog steeds erg onder de indruk van die man en alles waar hij voor staat en van wat hij me leert.
Het is zoveel breder dan alleen mijn gezondheid en alleen het herstellen van me/cvs. 
Ik heb het gevoel dat ik eindelijk leer hoe ik léven moet. Hoe ik moet omgaan met stress, met druk, met verwachtingen van mezelf en van anderen. 
Ik snap eindelijk het hele plaatje. Waarom ik ben wie ik ben, en dit ook zo lang ben gebleven. Ergens nog dat meisje, terwijl om me heen al die vrouwen opgegroeid waren tot 'echte mevrouwen'. Ik snap het. Ik heb er nu meer inzicht in en begrijp beter hoe en wat ik ben en leer daar steeds beter mee omgaan.
Toch is veel nog theorie. 
Toepassen is een heel ander verhaal. Ik ben ermee bezig, maar ik ben er nog lang niet. Ik besef ook steeds meer dat ik er niet 'ben' met een half jaar, omdat mijn problematiek veel breder is dan het hebben van me/cvs. Ik ga niet goed om met de dingen van het leven en de manier waarop ik het wél doe, zit diep ingebakken.
Dat vraagt oefening, heel veel oefening en daar ben ik druk mee. En toch weer niet. Want er gaan dagen voorbij dat ik me niet goed bewust ben van patronen op het moment dat ze spelen en dat het lijkt alsof alles verwatert. Ik vind het lastig om alert te blijven en te blijven oefenen. Het doen van de accelerator, een speciale oefening om hardnekkige patronen te breken, staat me bijvoorbeeld tegen en dat blijft zo.
Ik moet mezelf er altijd toe zetten en die oefening maakt dat de amygdala weer even meer 'hyper' wordt. 
Ik word er opgefokt van en dat helpt niet, natuurlijk.

Ik ben ook niet meer zo schrijverig als in het begin. Ik loop niet meer over. Sommige dingen worden soms - heel even- bijna gewoon. Of 'gewoon' is eigenlijk  niet het goede woord, maar het wordt  meer vanzelfsprekend, dat ik de deur uit kan lopen richting de winkels bijvoorbeeld en dat dat goed gaat. Ik krijg meer vertrouwen in mijn lijf.

Ik kan duidelijk veel meer dan ik kon. Ik ga elke dag de deur uit. De ene keer fiets ik naar de andere kant van de stad om boodschappen te doen, en steeds vaker kan ik dat combineren met iets anders. Een vriendin opzoeken, of nog even een winkel 'meenemen' op de valreep, of een omweg maken naar huis, een terrasje pikken of genieten van het uitzicht onderweg.
Ik ga regelmatig de stad in, naar de markt, doe al mijn boodschappen weer zelf en ga elke zondag naar de kerk. Daarnaast maak ik regelmatig flinke wandelingen. Soms maar tien minuten, als ik moe ben, maar steeds vaker ook langer, tot bijna een uur aan toe. En vorige week heb ik onderweg een stukje hard gelopen. En het ging!

Heel bijzonder is, dat ik tussendoor zomaar dingetjes doe die anders een mega-prestatie waren. Zo heb ik vorige week op 1 dag 'even tussendoor' een appeltaart gebakken en een aquarel gemaakt. Ik heb jaren amper geschilderd, gewoon omdat het aan tafel zitten te vermoeiend was. Vorige week deed ik het drie dagen achter elkaar.
En gister heb ik helemaal zelf een kast in elkaar gezet, de oude in elkaar getimmerd en ben ik wel vijftien keer de trap op en af gegaan om al die panelen bij de stoeprand te zetten.
Als ik dan bedenk dat ik een half jaar geleden al ziek was als ik vaker dan drie keer op een dag naar boven ging... dan besef ik wel van hoever ik gekomen ben.
Vandaag ben ik wel erg moe, trouwens. Misschien was dat toch wel iets teveel, maar ik ben ook razend trots op mezelf dat ik het gedaan heb. Ik ben nu zoveel minder afhankelijk van anderen en dat is een heerlijk gevoel.
En dat ik dan vandaag vroeg naar bed moet, is misschien wel normaal, mijn conditie in aanmerking genomen. Maar ik ben er nog steeds niet zo goed in thuis hoe het voelt om 'gewoon' moe te zijn.

Toch gaan er ook nog dingen minder fijn. Ik heb dagen achter elkaar hoofdpijn soms. Er zit nog teveel spanning vast in mijn nek. 
Heel in het begin begon de verbetering met een helderder hoofd, maar dat ben ik allang weer kwijt. Mijn hoofd zit nog steeds vaak veel te vol en nu concentreer ik me meer daarop. Elke keer dat ik me daar bewust van word, verbreek ik dat patroon. Het lijkt hardnekkiger dan het fysieke gedeelte, en ik moet mezelf voorhouden dat het écht, écht over zal gaan, als ik dapper doorga met de oefeningen, maar ik vind dat soms moeilijk te geloven. En ook die gedachte moet ik dan weer verbreken, want het is gewoon niet waar. Het komt goed. Het komt écht helemaal goed. Als de andere klachten door deze therapie verdwijnen, is er geen reden waarom deze klachten zouden blijven bestaan.

Ik heb soms wel wat overtuigingskracht nodig om mezelf op te peppen.
Soms moeten anderen me er even aan herinneren hoeveel ik al meer kan dan voorheen en van hoever ik gekomen ben. Het lijkt alsof mijn omgeving langer blijft steken in de verbazing dan ik zelf. 
Ik voel hoeveel ik nog 'moet' , zij zien alleen de vooruitgang.
Het is wel goed mezelf te blijven bekijken door de ogen van de anderen. Ogen vol verbazing. Ogen vol  bewondering. Ogen vol respect. 
Ik doe het toch maar!